Vennootschapsbelasting (VpB)

Op dit taakveld boekt de gemeente het bedrag van de te betalen VPB. Dit bedrag is de gemeente verschuldigd indien er in het jaar een fiscale winst is gerealiseerd. Of er sprake is van een belastingplicht zal uiteindelijk afhangen van de ondernemingsactiviteiten, na eventuele verrekening van fiscale verliezen uit andere jaren.

Door de Wet modernisering VPB plicht overheidsondernemingen (VPB) zijn onder meer gemeenten met ingang van 2016 voor ondernemingsactiviteiten belastingplichtig voor de VPB. Om te bepalen in hoeverre de gemeente mogelijk belaste activiteiten verricht is een inventarisatie uitgevoerd. In de kern gaat het om de vraag of met bepaalde activiteiten in fiscale zin een onderneming wordt gedreven. Op basis van de inventarisatie zijn wij tot de conclusie gekomen dat alleen het grondbedrijf als onderneming moet worden aangemerkt. Verder worden er op dit moment geen zelfstandige activiteiten uitgeoefend die leiden tot een verwachte belastingplicht.

De gemeente is slechts belastingplichtig voor de resultaten van het grondbedrijf die zijn behaald vanaf 1 januari 2016. De resultaten behaald tot 31 december 2015 zijn vrijgesteld van belastingen. In de praktijk betekent dit dat verliezen uit het verleden op grondexploitaties niet in het fiscale resultaat zullen worden meegenomen. Winsten uit het verleden worden evenmin belast.
De fiscale winst (belastingwetgeving) zoals is berekend kan afwijken van de bedrijfseconomische winst (uitgangspunten BBV). Dit door bijvoorbeeld verschillende waardering van balansposten en de wijze van toerekening van kosten aan een bepaald jaar.

VPB is voor gemeenten nieuwe wetgeving en er is landelijk op onderdelen veel overleg gepleegd over de interpretatie van de wet. Het gevolg van de onduidelijkheid is dat gemaakte keuzes moesten worden herzien en de gevolgen bijgesteld. Onlangs heeft de belastingdienst gemeenten de mogelijkheid geboden om een vaststellingsovereenkomst te sluiten. In deze vaststellingsovereenkomst worden afspraken gemaakt over de wijze van berekenen van de fiscale positie. De gemeente heeft op dit moment nog geen vaststellingsovereenkomst gesloten. Wel zijn de uitgangspunten van de vaststellingsovereenkomsten voor de berekening van  eventueel te betalen VPB gevolgd.

De berekening van de te betalen VPB volgens de richtlijnen van de vaststellingsovereenkomst is gunstiger dan in eerste instantie is berekend. Voor af te dragen VPB over de jaren 2017 en 2018 was een bedrag gereserveerd van afgerond
€ 94.000.  De  nieuwe berekeningen geven echter aan dat over deze jaren en naar verwachting ook over het jaar 2019 geen VPB is verschuldigd. Het gereserveerde bedrag is weer terug geboekt naar de exploitatie en vervolgens toegevoegd aan de bufferreserve grondbedrijf.